de vorst keert zich om bij een geschoten bok
ouderlingen slechts gekleed in hun ontblote wrok
we ontmoeten het heden met de sensatie van subtiele pijn

de eeuwige reiziger beschildert ruw onze wangen
we schrikken, maar voelen ons puur en vol verlangen
na het loslaten blijkt het een ervaring als muziek te zijn

hard als staal, maar tevens zacht als dons
koelt het ons af en verwarmt het ons

ultiem geluk in volmaakt plezier
kinderen van toen ontwaken hier

een zacht, wit tapijt ontrolt zich in lagen
terwijl we spijt en orde zien vervagen

BIEZEN